Dat zinnetje hoor je vaak als er dingen moeten veranderen in organisaties. Soms gevolgd door “er is veel weerstand”. En dat is natuurlijk lastig, want dan “willen er mensen niet mee” of “ze zien het belang niet in”. En praktisch betekent dat, dat het uitvoeren van de veranderplannen een stuk taaier blijkt te zijn dan je had gehoopt of verwacht. Of erger, misschien verlies je zelf dan de moed wel een beetje…
Maar wat zou er nu gebeuren als je echt wilt weten wat iemand te verliezen heeft? In de praktijk blijkt dat dat meestal een enorme versneller in een transitie is. In een transitie moet iedereen namelijk een beetje veranderen en dat is ook een persoonlijke opdracht. Door de vraag oprecht nieuwsgierig te stellen, kan die fungeren als een startschot voor die persoonlijke opdracht. Het draait hierin vooral om de toon waarop die vraag gesteld wordt.
Maar ja, wat voor toon moet je dan aanslaan? Weet je nog hoe je vroeger bij toetsen met meerkeuzenvragen het juiste antwoord vond door de foute antwoorden weg te strepen? Die methode pas ik ook toe in dit artikel. Met welke toon jij het beste de vraag “wat heb je te verliezen” kan stellen, is vooral je-eigen-oprechte-nieuwsgierige-toon. En die kan ik hier niet voor je bedenken.
Ik wil je wel helpen om drie gangbare-soms-als-professioneel-aangemerkte-maar-toch-niet-zo-aan-te-bevelen-tonen met je te delen. Dan kan je die vast doorstrepen voordat ze uit je mond komen ;-).
Toon 1: Zeg-even-dat-alles-okee-is-dan-hoef-ik-niks-met-jouw-zorgen!
Deze toon klinkt vaak door bij leiders die het gewoon lastig vinden om met de emoties van anderen om te gaan. Die geneigd zijn wat afstand te houden in relaties en zichzelf daarom overladen met een drukke agenda. Soms wordt ook in alle eerlijkheid gezegd dat dit deel van het werk gewoon niet zo “hun ding” is. En dat is natuurlijk prima. Je kan niet overal goed in zijn.
Tegelijk heb je wel een verantwoordelijkheid en die gaat bijvoorbeeld over het organiseren van een geslaagde beweging. Als je op de zeg-even-dat-alles-okee-is-dan-hoef-ik-niks-met-jouw-zorgen-toon gaat vragen wat iemand te verliezen heeft, dan is het enige antwoord dat je eigenlijk wilt horen: niks!
Dus als je je mond alleen maar open trekt om dit gedroomde antwoord te krijgen, houd dan je kaken even op elkaar. Zet je oren open en leer het ongemak te verduren dat niet iedereen is zoals jij zou willen. En misschien word je wel leuk verrast. Want meestal als iemand de ruimte krijgt en neemt om te zeggen wat hij/zij te verliezen heeft, dan wil iemand daar meestal ook op een constructieve manier mee aan de slag. Als jij maar lang genoeg je kaken op elkaar houdt en gewoon blijft luisteren.
Toon 2: We-gaan-het-gewoon-doen!
Als inhoudelijke argumenten tegen een voorstel of verandering opdrogen, dan blijven vaak de minder tastbare argumenten over. En vaak komen die niet op tafel. Het zijn de argumenten die horen bij ons mensen als groepsdieren. Ze gaan over de twijfel of we ons wel willen aansluiten bij wat er komen gaat. En ook over de behoefte om bij de sterkste of beste groep te horen, bij de groep die de meeste zekerheid geeft.
Herken je dat? Dat dan vaak gezegd wordt “wat heb je te verliezen?” op een beetje een dominante, spierballentaal manier. Met de toon die zegt “we-gaan-het-gewoon-doen dus sluit je nou maar aan bij de winnende groep”. En dan bedoel je: de winnende groep, dat is mijn groep.
Als leider van de transitie laad je zo ook een enorme opgave op je schouders. Want je moet steeds bevestigen dat je de leider van de winnende groep bent. En tegelijk verlies je hier ook een beetje het contact met de mensen van wie het zo nodig is dat ze je volgen. Ik hoor je al denken “tja het is nu eenmaal eenzaam aan de top”, dat klopt. Maar als het niet hoeft, waarom zou je daar dan een schepje bovenop doen?
Toon 3: Doe-gewoon-lekker-mee-joh!
Zo wil je iemand die een beetje twijfelt over de streep te trekken. Om iemand enthousiast te maken en omdat het gewoon gezellig gaat worden als hij/zij lekker meedoet. Gezellig! Doe mee! Het wordt hartstikke leuk joh!
Dit klinkt heel anders dan de spierballen-variant die we hiervoor tegenkwamen, maar in wezen is het niet zo heel anders. Mensen die die graag de goede sfeer en gezelligheid willen behouden, zijn hier heel gevoelig voor. Het is natuurlijk ook superfijn als iedereen lekker meedoet en enthousiast is. Maar dat is gewoon niet altijd de realiteit. Soms heeft lekker meedoen ook een serieuze keerzijde.
Die keerzijde kan van persoonlijke aard zijn, of van belang voor de organisatie. Koester de mensen die niet meteen enthousiast worden, ze hebben je vaak veel zinnigs te vertellen!
Tot slot is het belangrijk om je te beseffen dat je stuurloos bent tijdens een transitie zonder stevig stuur op de dingen die verloren zullen gaan. Door te ervaren wat er verloren wordt, wordt ook het pad vooruit belopen. En zo krijg je gezonde snelheid in je transitie!